‘DE SPEELFABRIEK IS LEUK Én belangrijk’
Een patatkanon, een racebaan van 9 meter lang, een plek om je eigen zeep te maken en nog véél meer. Jaarlijks maken duizenden kinderen uit Rotterdam en omgeving bij de Speelfabriek kennis met wetenschap en techniek. Bedenker en eigenaar Maarten Horstink is blij met de tijdelijke plek in een vrijgekomen loods aan de Bankwerkersstraat in het Feyenoord City-gebied.
Maarten Horstink zit aan een picknicktafel, eet een boterham met pindakaas en neemt daarna een slok van zijn zwarte koffie. Hij geniet als hij de loods rondkijkt. Dít is waarom hij de Speelfabriek in 2015 startte. Deze dinsdagochtend ontdekt een basisschoolklas uit Hoek van Holland meer over wetenschap en techniek. Overal gebeurt iets; het enthousiasme van de kinderen gaat gepaard met kreten van plezier. Ze proberen voorwerpen te laten zweven, maken stop-motionfilmpjes, kijken wie de hoogste dam kan bouwen en knutselen met lijmpistolen, cement en elektriciteit. Achterin de loods wordt het patatkanon (‘het enige van Nederland’) in gereedheid gebracht. Straks mogen de kinderen een hele aardappel uit een luchtdrukkanon schieten. Knallen ze door het strak gespannen raster van klavecimbelsnaren, dan verandert ‘ie in kleine frietjes. Die mogen ze daarna zelf bakken.
Te weinig handvaardigheid
Een maakspeeltuin, noemt Maarten zijn creatie. Het gaat hier om dingen maken. Want dingen maken – of weten hoe dingen gemaakt worden – doen kinderen veel te weinig. ‘De helft van de Nederlanders is praktisch opgeleid,’ vertelt Maarten. ‘Maar op de basisschool krijgen kinderen vaak slechts een uur per week handvaardigheid. Je wordt daar beoordeeld op rekenen en taal. Als je sterker bent met je handen, kun je dat pas vanaf je twaalfde in praktijk brengen. Daardoor gaan misschien wel potentiële arbeidskrachten verloren. Zonde, want er is een enorm tekort aan vakmensen. Bovendien gaat het ook om het zelfrespect van kinderen met praktisch talent: wat doet het met je als je twaalf jaar lang alleen maar afgekeurd wordt op taal en rekenen en niet kan laten zien waar je wél goed in bent? In die zin is de Speelfabriek niet alleen leuk, maar ook belangrijk.’
Pieter in het pierenbadje
Ook vandaag worden onzichtbare zaadjes geplant in de hoofden van kinderen. ‘Neem nou de jongen die net op zoek was naar zijn kwijtgeraakte zelfgemaakte autootje,’ zegt Maarten. ‘Misschien gaat hij later wel iets met auto’s doen. Of houtbewerking, wie zal het zeggen. Pieter van den Hoogenband is ook ooit begonnen in het pierenbadje, zeg ik altijd. Als hij niet daarmee in aanraking was gekomen, was hij nooit een topzwemmer geworden. Ik maak me geen illusies: voor veel kinderen is dit vooral een leuk uitje. Maar toch, het is anders dan de Efteling. Hier leren ze iets; ze houden een hamer vast, denken na over hoe een lamp werkt. Als we hier een klein beetje bijdragen aan het opleiden van de vakmensen van de toekomst, is dat mooi meegenomen.’
Samenwerking Beroepentuin
Vanuit dat oogpunt zocht Maarten de samenwerking met de buren van de Beroepentuin, een innovatief leerwerkconcept voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Scholen die de Speelfabriek bezoeken, kunnen ook bij de Beroepentuin een rondleiding krijgen. Daar vertellen praktijkbegeleiders meer over de werkvelden waarvoor ze mensen opleiden. ‘Iedereen is daar enthousiast over. Een statushouder die via een ander initiatief is klaargestoomd voor de arbeidsmarkt, komt mogelijk bij ons werken. We zoeken ook actief de samenwerking met andere sociaalmaatschappelijke initiatieven hier in het gebied.’
Laagdrempelig blijven
De Speelfabriek begon in 2015 op de Keilewerf. Na een aantal omzwervingen door de stad is Maartens maakspeeltuin sinds begin dit jaar gevestigd in het Feyenoord City-gebied. Wat opvalt, is de laagdrempeligheid. Iedereen kan zo binnenstappen aan de Bankwerkerstraat. Er zijn picknicktafels om je eigen eten en drinken aan te nuttigen. De loods is speels ingedeeld. Maarten haalt het NEMO Science Museum in Amsterdam aan; een educatief museum, goed voor honderdduizenden bezoekers per jaar. ‘Een prachtig museum, maar voor mij werkt dit beter,’ zegt Maarten. Hij mikt dit jaar op 12.000 bezoekers. ‘Veel mensen moeten voor een museumbezoek een drempel over. Zeker op Zuid. De Speelfabriek moet laagdrempelig en toegankelijk blijven. Nu, maar ook in de toekomst.’
Genoeg te beleven op Zuid
Waar die toekomst ligt? Maarten weet het nog niet. Onlangs startte hij een crowdfundingcampagne, waarmee hij op termijn een vaste plek wil bemachtigen voor de Speelfabriek. Waar? ‘Dat is de vraag. Het Feyenoord City-gebied bevalt goed. Ik ben heel blij dat ik de kans heb gekregen om me tijdelijk hier te vestigen.’ Hij lacht en knipoogt: ‘Al is het alleen maar om aan de mensen van de noordoever te laten zien dat er ook op Zuid genoeg te beleven valt.’ Dan, weer met een serieuzere toon: ‘Het zou mooi zijn als dit soort sociaalmaatschappelijke initiatieven ook in Feyenoord City blijven bestaan als het gebied klaar is. Als we nu al onze waarde bewijzen, zie ik dat wel gebeuren.’
Meer weten over (de openingstijden van) de Speelfabriek? Kijk dan op de website van de speelfabriek. .