‘FEYENOORD CITY PRIKKELT AL JE ZINTUIGEN’
Of landschapsarchitect Cees van der Veeken (LOLA) Feyenoord City voor zich ziet? Dat kun je wel zeggen. Sterker nog: hij vóelt het al.
Hoe Cees van der Veeken Feyenoord City voor zich ziet? Blader door het Masterplan en je weet het. Met zijn bureau LOLA is hij verantwoordelijk voor de openbare ruimte en vergroening binnen de gebiedsontwikkeling. Maar voor hem gaat het verder dan zien, zo zegt hij. ‘Als landschapsarchitect wil je ook andere zintuigen prikkelen. Geur, geluid, gevoel, tast. Veel zaken beleef je via die zintuigen. De bomen, het geluid van de rivier. Het maakt ook nogal uit of het bankje waarop je gaat zitten van koel steen is of van warm hout. Dat soort dingen wordt vaak onderschat. Ik wil straks alle zintuigen prikkelen van de bezoekers van het gebied. Dus op die manier denk ik er ook over na.’
GERUIS VAN DE MAAS
Daarom kan Van der Veeken de barbecues op een mooie zomeravond in het Mallegatpark al ruiken. Hoort hij in de verte het geruis van de Maas. Voelt hij het zand onder zijn schoenen, terwijl hij via het Getijdenpark richting het Eiland van Brienenoord wandelt. Fantaseert hij dat hij over de omloop van het nieuwe stadion loopt alsof het de gangboord van een cruiseschip is. En ziet hij voor zich hoe straks een evenement als Motel Mozaïque plaatsvindt aan de grote trap richting het Waterfront.
GROENER EN SOCIALER
Ja, het klopt dat hij in dit gebied het verschil kan maken, zegt hij met een diplomatieke glimlach. ‘Het huidige gebied straalt niet de menselijke maat en leefkwaliteit uit die je graag wilt. Dat wordt dus anders. Groener, met meer ruimte voor voetgangers en fietsers. Met goede faciliteiten voor sport en ontspanning. Rondom De Kuip en het nieuwe stadion van Feyenoord, maar zeker ook in de openbare ruimte. Die draait straks echt om sport, spel en stedelijke cultuur. Daarbij is het cruciaal dat niet alleen de nieuwe bewoners, maar ook de inwoners van de omliggende wijken daarvan gebruik gaan maken. We willen Feyenoord City goed aansluiten op de bestaande wijken. Het moet een gebied worden voor iedereen. Maar ook een gebied waarin ook alle randen en hoeken sociaal veilig zijn.’
AANTREKKELIJKE STADIONOMGEVING
De inpassing van het stadion speelt volgens Van der Veeken een cruciale rol in het bewaken van die menselijke maat. ‘We hebben flink gestudeerd op hoe je de omgeving rondom een stadion aantrekkelijk maakt, ook op niet-wedstrijddagen. Veel nieuwe stadions in binnen- en buitenland sluiten niet goed aan op de omgeving, waardoor die vaak wat desolaat oogt. Wij nemen gebiedsontwikkeling vanaf het begin integraal mee in de plannen. Straks loop je vanaf het plein zo het stadion in. Je ziet nergens hekken meer, mede op verzoek van Feyenoord en de architect. De club kan de directe omgeving straks beter benutten voor bijvoorbeeld sociaalmaatschappelijke activiteiten. Die integrale benadering maakt het voor ons een ontzettend gaaf en uitdagend project. Vooral ook omdat het in de stad is waar we al sinds onze oprichting in 2006 gevestigd zijn.’
OPGETILD MAAIVELD
Zijn pronkstuk? Het concourse rondom het stadion. ‘Daar komt alles samen, waardoor je aan alle kanten een goede verbinding moet maken met het gebied dat eraan vastzit.’ Interessant wordt de koppeling met het Varkenoordseviaduct. ‘We maken openbare ruimte aan een bestaand viaduct, een soort opgetild maaiveld, tien meter boven de grond. Mensen moeten een trap op om op het concourse te komen. Waar ter wereld je ook kijkt, overal is het lastig om mensen van grondniveau naar boven te krijgen. Tenzij je daar iets tofs hebt. Dat hebben we, met het stadion en uitzichtpunten over de Maas. Het moet een plek worden waarvan de Rotterdammer zegt: “Dáár moet je heen, want dat is zo’n vette plek!” Een beetje als de Wilhelminapier. Ja, zo zie ik het voor me.’